top of page
  • Foto van schrijverLies Lambert

Het ondertussen - 5 - Bert aan Lies

Bert Smits aan Lies Lambert


Beste Saskia, Philippe, Philippe, Silvia en Lies,


Het is vandaag 12 februari 2023 wat maakt dat deze brievenketting ondertussen al een periode van 16 maanden overspant. Dat is een ongelofelijk lange periode in deze alsmaar sneller draaiende wereld. Iets waar ik straks graag wat dieper op inga. Eerst wil ik ingaan op mijn eigen transitieperiode. Ik merk dat ik momenteel en dat al ruim een jaar of misschien wel langer in een overgangs- en dus liminale fase zit. Een periode die ik herken omdat ik ze al minstens 2x in mijn leven heb meegemaakt. Het gaat om een fase waarin ik werkelijk alles in vraag stel. Op identiteitsniveau zit ik op een ‘weer’. Ik voel dat ik ergens ‘door te groeien’ heb maar dat ik nog niet weet hoe en naar waar precies. Het maakt me onrustig.


Wat ik wel herken Philippe is dat ik met het ouder worden ‘ervaring’ heb opgedaan in dat groeien. Dat maakt dat ik meer vertrouwen heb in het feit dat plots de mist zal opklaren en ik weet wat me te doen staat opdat alles weer kan stromen. Voor mij gaat het om een drang en een zoektocht om nog voller mijn potentieel te realiseren in relatie tot de wereld waarin we leven. Het voelt echt alsof ik een opdracht aan het krijgen ben maar dat ik mijn ontvanger nog niet op de juiste frequentie krijg afgestemd. Eens dat lukt dan resoneert alles weer en kan alle energie en aandacht opnieuw naar buiten gaan. Voorlopig zit er nog ruis op de lijn en dat is ok. Soms voel ik de resonantie en dan weer niet. Wat ik in elk geval niet mag doen, is dat proces te proberen versnellen. Het enige wat ik kan doen is zoals Sylvia zegt de juiste context creëren om de kans te vergroten dat het me lukt. Dat is overigens ook het enige dat wij kunnen doen in ons werk: de ‘juiste’ randvoorwaarden creëren opdat de kans vergroot dat het lukt.


Ben er overigens van overtuigd dat heel wat zaken uiteindelijk in ‘balans’ komen Philippe: dat is de essentie van onze natuurlijke en sociale systemen . Het verschil zit hem in de ‘kost’. Hoeveel pijn en miserie moet iemand, moeten we ervaren - hoeveel moet er kapot gaan - alvorens er ‘ruimte’ of ‘ontvankelijkheid’ ontstaat voor het nieuwe om te groeien? Daar zit wat mij betreft de essentie van ons werk: zorgen dat systeemovergangen met minder pijn, schade en dus tegen een lagere kost kunnen verlopen.

En om dat te kunnen realiseren zijn er leiders en systemen nodig met ‘ervaring’, wijsheid, het vermogen om te leren en te reflecteren.


Als ik dat op een persoonlijk niveau beschouw zou je kunnen stellen dat mijn eigen ‘overgangsfase’ tussen mijn 11 en 13 jaar onwaarschijnlijk heftig is geweest. Het was ‘alles’ of ‘niks’. Op dat moment bevond ik me in een haast agressieve roekeloze periode waarin ik mijn eigen lijf (letterlijk) en dus leven zou geven om ergens door te geraken. Een periode waarin mijn ego het zo wat overgenomen had. Het was een harde hand gecombineerd met een ‘open’ deur (een uitnodiging voor een 2e kans) die me heeft gedreven naar de jonge man die ik tot mijn 30 ongeveer ben geweest. Onvervaard, strategisch en creatief de wereld bestormend wist ik me door mijn middelbare school, universitaire studies en de eerste 7 jaar van mijn loopbaan te loodsen. Totdat ik abrupt tot stilstand kwam. Volledige onverwacht tijdens mijn periode binnen Kessels & Smit. Na een ongelofelijke entree lukte plots niks meer. De klanten vonden wat ik vertelde nog wel razend interessant maar kozen toch voor de veilige ietwat saaie concurrent. Mijn werk droogde op, de bankrekening ook samen met mijn zelfvertrouwen. Totdat ook ik in het duister tastend, boos, verdrietig en verward - bang om mijn talenten die me tot dat punt hadden gebracht te verliezen - een wijze vrouw tegenkwam. Ik vermoed dat ze zichzelf - alvast toen niet - zo zou omschrijven maar met wat ze zei en het moment waarop ze het zei (ik zag geen uitweg meer) toonde ze me de weg. Opnieuw een open deur waar ik ‘verveld’ herboren door kon stappen. Het ging om een heel heftige periode - zij het minder heftig - dan mijn 18 jaar jonger ik had meegemaakt. Ik voelde me nadien ook herboren, rustig en ‘in control’. In die mate dat ik zeker wist en voelde wat me te doen stond.


En nu opnieuw 11 à 12 jaar later voel ik dat ik voor een soortgelijke ‘groei’ sta. Ik voel dat deze belangrijk is maar niet bedreigend. Onontkoombaar dat wel. In dat groeien blijf ik in beweging en loop ik geregeld vast in ‘een cul-de-sac’. Ondertussen weet ik dat ik gerust ‘mild’ mag zijn voor mezelf. Ik weet ook er geen ‘rechtdoor’ is. Iets wat ik aan den lijve mocht ondervinden tijdens mijn opleiding zeilen. Een onwaarschijnlijk rijke ervaring die mee aan den lijve heeft doen voelen wat de kracht is van de natuur maar ook hoe je desondanks toch naar een veilige have kan varen. Eén oefening in het bijzonder is de me daarin bijgebleven en heeft wel een parallel met Silvia haar lessen fotografie met name: ‘op merkenlijn varen. De bedoeling is om zonder kompas ‘op ‘t zicht’ de haven binnen te varen daarbij gebruikmakend van 2 rustpunten aan land die je telkens in één lijn moet trachten te houden. Wanneer je zeilt zijn de stroming én wind twee factoren waar je rekening mee moet houden. Beiden zijn vaak onzichtbare maar erg dwingende krachten. Ze hebben één ding gemeen: je mag er niet tegen ingaan. Je gebruikt ze door er in mee te gaan en ze wisselend in te zetten om al zigzaggend naar jouw rustpunt te varen. Zo is het ook met het realiseren van onze doelen in het leven.


Ondertussen voel ik me al ‘meer ervaren’ als zeiler in het leven waardoor ik niet meteen panikeer of krampachtig probeer ‘binnen’ te varen. Ik ben ondertussen al een tijdje op zee en zal er nog even blijven…. Mogelijk duikt er nog een onverwachte storm op die me bijna of misschien wel helemaal kopje onder duwt. Dat is iets waar ik weinig controle over heb. Wat ik wel kan doen is zeilen - genieten van het ondertussen - en wanneer iemand de deur opent naar huis varen.


Dit voelt als een mooi einde van mijn brief en tegelijk moet er me nog niets van het hart. Ik voel dat mijn eigen zoektocht meer dan ooit ‘gelijk loopt’ met het ondertussen waarin onze wereld momenteel zit. Het gaat om ons werk: het begeleiden van transitieprocessen. We bevinden ons met z’n allen op een woelige zee in de chaos navigerend van de ene systeemcrisis naar de andere. Het systeem is bezig met wat ik ‘de grote correctie’ noem. Het is uit balans en er is weinig dat nog klopt. De polen worden groter en het midden droogt op. Als bruggenbouwers zijn het enorme uitdagende - bijna onmogelijke - tijden. Wat aan mij trekt is: spring ik op de barricaden om mee met wie wil en er klaar voor is te zwemmen naar de deur? Zien we al een deur? En wat is mij/onze job daarin? Bouwen wij de boot? Moet ik/moeten we leiden? Of moet ik/moeten we leiders begeleiden? Of beiden? Of nog iets anders?


Ik ben laatst erg getroffen door het werk van de Duitse socioloog Hartmut Rosa ‘Leven in tijden van versnelling’. Een essay waarin hij betoogt dat het leven alsmaar sneller gaat: de snelheid van technologische innovatie neemt toe, maatschappelijke posities en waarden veranderen in een hoog tempo en we zijn steeds onderweg naar nieuwer en beter. Tegelijk beschrijft hij hoe in deze versnellingen steeds meer ‘vervreemden’ van onszelf als mens als samenleving. We zijn op een punt aan gekomen waarin het ‘nu’ gekrompen is dat haast niets en waarin we geen nieuwe betekenisvolle ‘ervaringen’ dreigen op te doen. We rijgen de ene belevenis aan de andere zonder dat er iets beklijft. We versnellen en zijn tegelijkertijd in een toestand van ‘razende’ stilstand aangekomen. We hebben geen tijd om dat te doen wat we echt willen doen en voelen ons verplicht om dingen te doen die er niet toe doen. Hij beschrijft de versnelling als een gevoelde dictatoriale natuurwet hoewel er niks natuurlijk aan is.


We bevinden ons momenteel in het ‘oog van de orkaan’ zou Jan Rotmans stellen. Een punt waar er geen wind en ook haast geen stroming is. Alles valt stil maar wij voelen ons meer dan ooit onrustig, opgejaagd verloren en gedesoriënteerd. Er is geen vooruit en achteruit. Als dat de plek is waarin wij ons als mensheid bevinden: wat is dan mijn/onze rol? Dat houdt me bezig? Wat staat mij/ons te doen?


Een ding weet ik al langer en lees ik nu ook in het werk van Rosa: we vinden dat antwoord niet door het krampachtig te zoeken buiten ons zelf. Het antwoord vinden we als we goed luisteren in onze ziel. Daarvoor is vertraging cruciaal. Het kan ons toelaten om connectie te maken met wat we als zinvol ervaren en dat is het leven zelf. Ons leven en dat van al het leven rondom ons heen nu maar dus ook geworteld in het verleden reikend naar een toekomst. Op dat moment ontstaat er zoiets als ‘resonantie’ het gevoel dat alles klopt, dat we deel uitmaken van een geheel, dat alles zin heeft. Er zijn volgens Rosa drie bronnen die ons hierin kunnen helpen: religie, kunst en natuur. En laten het nu net die bronnen zijn die vandaag ongelofelijk onder druk staan. Ik voel in elk geval ‘resonantie’ wanneer ik mijn schouders probeer te zetten onder het versterken van ons ‘onderwijs’ onze democratie, onze planeet en religiositeit in onze samenleving.


Ik ben blij dat ik op dit moment jullie deze brief kan bezorgen. Ik weet niet of wat ik schrijf resoneert of betekenis heeft voor jullie maar ik vertrouw erop dat jullie feedback mij in elk geval zullen helpen tijdens mijn verblijf in het ‘Ondertussen’.


Warme groet


Bert






60 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2 Post
bottom of page